Over de Zuiderzee
Een bijzonder verhaal over de strijd tegen het water. Het is een stuk water dat zowel de trots, als de pijn van Nederland in zich draagt. Tot 1932 was de Zuiderzee een binnenzee. Fun fact: voor die tijd spraken we van Amsterdam aan Zee, Volendam aan Zee en Marken aan Zee. Grote overstromingen en rampen zouden de geesten in Nederland rijp maken voor het grootste gevecht dat we ooit streden: die tegen het water.
Voor 1916:
Amsterdam, Marken, Volendam en Monnickendam liggen aan zee: de Zuiderzee. Deze meet ongeveer 6.000 vierkante kilometer in oppervlakte. Aan de oevers van de Zuiderzee ontstaan vissers- en handelsgemeenschappen. Dit gebied noemen we heden ten dage de Old Harbours.
1916:
Watersnoodramp teistert Nederland. Op 13 en 14 januari slaat het noodlot toe. Een stormvloed drijft het zeewaterpeil in de Zuiderzee op, terwijl overmatig smeltwater in de grote rivieren van Nederland vanuit het binnenland druk zet op dezelfde Zuiderzee. Het gevolg is dat de dijken bij tientallen plaatsen aan de Zuiderzee doorbreken. Het dodental is gering, maar de schrik zit er goed in.
1918:
De Zuiderzeewet wordt aangenomen. Door de gevolgen van de Watersnoodramp twee jaar eerder zijn de geesten in Nederland rijp: de zee moet bedwongen worden, ongeacht de consequenties voor vissers en zeelieden.
1932:
Nederland gaat de strijd aan met het water, met name met de onstuimigheid van de zee. De Afsluitdijk tussen Den Oever (Noord-Holland) en Zurich (Friesland) wordt voltooid. De 32 kilometer lange zeewering betekent het einde van de Zuiderzee. Het gebied onder de Afsluitdijk gaat IJsselmeer heten. Het water wordt brak in plaats van zout. Dit heeft grote gevolgen voor de vissersgemeenschappen.
1940:
Er wordt een begin gemaakt aan het droogleggen en inpolderen van de toekomstig twaalfde provincie van Nederland: Flevoland. Voor 1940 bestaat vrijwel het gehele gebied louter uit water.
1953:
Dit jaar staat in Nederland synoniem voor ‘De Watersnoodramp’. Een combinatie van westerstorm en een springtij zorgt in de nacht van 31 januari op 1 februari voor een catastrofe in zuidelijk Nederland. De Afsluitdijk doorstaat haar eerste grote proef. Waar in Zuid-Nederland 1836 mensen overlijden, 100.000 mensen hun huizen verliezen en 200.000 hectare grond onder water komt te staan, blijft de schade in het gebied van de voormalige Zuiderzee tot een minimum beperkt.
1957:
De aanleg van de dijk naar Marken. Het eiland Marken verandert hierdoor in een schiereiland, verbonden met de vaste wal door de Zeedijk. Bevoorrading door ijszeilers in de winter is niet langer nodig. De hechte gemeenschap op Marken wordt toegankelijker voor buitenstaanders.
1976:
De Houtribdijk tussen Enkhuizen en Lelystad wordt afgebouwd. Marken en Volendam liggen niet langer aan het IJsselmeer, maar aan het Markermeer. De bedoeling is om in het Markermeer nog meer land te ontginnen. Marken zal op die manier zijn eilandstatus verliezen en onderdeel van een groter ontpolderd gebied worden.
1986:
Nederland krijgt officieel een twaalfde provincie. Flevoland, ten westen van Marken, is in zijn geheel ‘gewonnen’ op het water. Een ingenieus project van inpoldering leidt tot 1.500 vierkante kilometer extra grondoppervlak in Nederland.
2003:
Er wordt officieel besloten geen delen van het Markermeer te ontpolderen. Marken zal een schiereiland blijven.
Heden:
Het gebied rondom de Gouwzee beslaat de authentieke dorpen Marken, Volendam en Monnickendam. In dit gebied is visserij nog steeds groots, maar vormt toerisme ook een grote inkomstenbron. De veerdienst van Volendam Marken Express maakt het bezoeken van de driehoek rondom de Gouwzee tot een ware belevenis.